Verdon

Na een enkele dagen trad klimmen in Annot gingen Willem en ik door naar de Gorges du Verdon. Voor ons beiden het eerste bezoek aan deze prachtige rotskloof in Zuid Frankrijk. Het is een hele mooie omgeving, en ik snap meteen waarom er al zo lang fanatiek op deze plek geklommen wordt. Als je over het randje van de rotsen naar beneden kijkt, gaat het honderden meters loodrecht naar beneden. De rots is steil, echt serieus steil, en de kloof is gigantisch groot. Op veel plekken zie je de klimmers tegen de wand geplakt. In de lucht cirkelen de vale gieren rond. De Gordes du Verdon is indrukwekkend en een echt rotsklimmersparadijs.

We hadden al begrepen dat je voorzichtig moet beginnen in de Verdon, zodat je rustig aan de stijl kan wennen. Er is ook wel wat commitment nodig, want je moet vanaf de top van de rotswand de kloof in abseilen en dan weer terug naar boven klimmen. We kiezen daarom als start voor de route “Les deux doigts dans le nez”, een route met 5 touwlengtes die allemaal de gradatie 6a+ hebben. Met enig zoeken vinden we de plek waar je moet abseilen om bij de start van de route te komen. De naam van de route staat op de rots geschilderd.

Willem in de 4e lengte op watergaatjes
Bovenaan de route.

Het is een hele leuke route en een mooie kennismaking met de typische Verdon stijl. Je klimt vaak op grillige rots en houdt je vast aan gaatjes en randjes. De 5 lengtes zijn erg mooi en weinig afgeklommen. Er zit een driemanstouwgroep met Franse klimmers voor ons, en in de laatste lengte horen we een hoop gevloek van boven komen. De voorklimmer heeft per ongeluk (?) de directe 6B+ uitklim genomen, en voor de naklimmers levert dat de nodige probemen op. Ik verdiep me nog eens in de originele route in de topo en zie dat de uitklim veel meer naar rechts loopt. Het is een prachtige, steile lengte met grote grepen en enkele atletische passages. Ik ben blij dat ik niet door die lastige lengte heen moet.

Weer boven.
Met de camper door de Verdon rijden is ook al leuk:)

De volgende dag staat de klassieke route ‘La Demande’ op het programma. Het is een route uit 1968 van 13 touwlengtes, met als maximale moeilijkheidsgraad 6A+, en een waarschuwing dat best wat klimmers het meer als 6B+ vinden voelen. We besluiten om de auto bovenaan de route neer te zetten, ab te seilen en dan via een paadje naar de route lopen. Een aantal touwlengtes en een hoop geploeter verder komen we er achter dat we op de verkeerde plek naar beneden zijn gegaan. We hebben de ‘Jardin’ via allerlei vaste touwen getraverseerd via rotsbanden en struiken, doen nog meer abseils en komen vervolgens hopeloos vast te zitten in steil bosjes terrein. Het is al lunchtijd en de instap van de route is nog lang niet in zicht. We kiezen eieren voor ons geld en besluiten de route een andere dag te doen.

We dalen via ongemakkelijk padloos terrein af totdat we bij het toeristische wandelpad aankomen beneden in de kloof. Pas na 20 minuten lopen staan we onder de wand van La Demande. Het is nu al veel te laat en we realiseren ons dat we heel dom bezig zijn geweest. We zijn uit gemakzucht op dezelfde plek als gisteren gaan abseilen, maar dat werkt natuurlijk niet. Teleurgesteld lopen we de kloof uit tot we bij een parkeerplek zijn.

Onze inschattingsfout heeft ook wel wat gevolgen, want er loopt geen wandelpad terug naar de auto. Liften dus, maar we weten niet precies hoe. Een vader, moeder en dochter willen ons wel afzetten bij Pointe Sublime, en dat vinden wij wel klinken als de plek waar onze camper staat. Ons gebroken Frans bevordert de communicatie ook niet echt. Als we daar aankomen, blijkt dat een geheel andere plek te zijn, maar we worden toch uitgenodigd om even samen van het uitzicht te genieten. Ondertussen begint zich enige verdeeldheid binnen het gezin af te tekenen. Vader wilt ons wel afzetten bij de camper, maar moeder is resoluut dat het niet gaat gebeuren. Wij willen niet verantwoordelijk zijn voor verdere echtelijke problemen en stellen voor ons bij de splitsing af te zetten. Vader delft het onderspit, en even later staan wij op zo’n 8 km lopen van onze camper.

Er komen nauwelijks andere auto’s langs, en ik heb al zonder resultaat een paar taxi’s gebeld. Dan stopt er opeens een echtpaar die ons wilt meenemen. We scheuren belachelijk hard over de weg, verstaan weinig van het Frans maar weten nog wel te ontcijferen dat de man een zwaar motor ongeluk heeft gehad en een tijd in de gevangenis heeft gezeten. De conversatie begint wat ongemakkelijk te worden maar dit duurt niet lang, omdat onze redders het gaspedaal goed weet te vinden. We worden heel lief bij de camper afgezet en na een au revoir en een merci beaucoup zijn we eindelijk weer terug bij af. Het is dan al rond 15.30….

Na enig dubben besluiten we dat we de volgende dag natuurlijk toch een nieuwe poging moeten doen. We vinden via Google een nieuwe abseilpiste in de buurt van de klimroute El Topo, en ik besluit ook om alvast de start van deze piste te zoeken, zodat er morgen niks mis kan gaan. De volgende ochtend zijn we er klaar voor, en we doen de meest steile abseils die we ooit hebben gedaan. De wand is volledig kaal. En ondanks dat de stand uit 4 gloednieuwe haken en een ketting bestaat, voelt het wel een beetje spannend. Niks voor mensen met hoogtevrees. Maar het is een bijzonder snelle manier om snel bij de instap van La Demande te komen. Als we die eenmaal gevonden hebben zijn we natuurlijk wel een beetje opgelucht.

De route eindelijk gevonden 🙂

Willem start met klimmen, en wisselen de lengtes steeds af. De rots is flink afgespekt, bijna zoals in Freyr in de viertjes, maar toch vind ik het klimmen echt fantastisch. Ik kan naar hartelust mijn handen en voeten verklemmen in de spleten, en omdat ik hiermee vertrouwd ben voelt het klimmen nooit bijzonder moeilijk. Jammen in kalk komt niet zo veel voor, maar hier kan je lengte na lengte deze technieken toepassen. Als ik deze stijl van klimmen niet zou beheersen, was de route voor mij echt veel moeilijker geworden. Nu is het genieten!

Willem klimt voor

De route is decennia geleden geopend. Echt een topprestatie als je bedenkt dat de protectie toendertijd vooral uit mephaken en houten wiggen bestond. Tegenwoordig zitten er altijd wel een paar boorhaken in de lastigste passages van de lengtes. En met een rack camalots is de afzekering geen enkel probleem. Het onderste deel van de route volgt spleten en versnijdingen, en het bovenste deel loopt door een grote schoorsteen.

Het wordt nu meer een fysieke full body work-out. Op een gegeven moment staat er ‘pied-a-dos’ in de topo, oftewel met je rug op de muur en met je voeten op tegendruk tegen de andere wand. Het is een moeizame manier van voortbewegen, maar het voordeel is wel dat je niet zomaar valt omdat je klem zit. Willem is slim bij het naklimmen en hangt de rugzak aan een slinge onder zich. Als het later mijn beurt is om te na te klimmen door een schoorsteen, wens ik dat ik minder koppig was geweest en hetzelfde had gedaan. Wat een geploeter met die tas op je rug….

In de laatste lengtes komt het echte multipitch gevoel boven. Pijnlijke tenen, een droge mond en genadeloze touwwrijving nadat ik een standplaats heb overgeslagen. Maar eenmaal boven het maakt allemaal niet meer uit. Het klimmen was fantastisch en de route is nog steeds een mooi avontuur. Onze vergissing van gisteren maakt de ervaring van vandaag net weer iets zoeter. Het was een mooie, leerzame ervaring, en we zijn allebei vastbesloten om nog meer van dit soort mooie routes hier te gaan klimmen. The Verdon rocks!

Plaats een reactie